Liever geen “Mejuffrouw Begeertunnel”

1 januari 2017

In haar ingezonden brief aan Voorschoten online van 29 december 2016, probeert Mieke van der Maaten, voormalig lid van de Cultuurraad Voorschoten, haar oude voorstel opnieuw te promoten. Onderaan dit bericht vind u de link. Ze stelt dat met de naam “Mejuffrouw Begeertunnel” of “Berbicetunnel” de laatste bewoonster van buitenplaats Berbice “een verdiende prominente plaats in dit land” kan worden toegekend “als haar naam ‘vereeuwigd’ zou worden door deze te verbinden aan de nieuwe (Rijnland) tunnel”.

Echter, een ieder die zich in het gedachtengoed van Mej. Begeer verplaatst, en/of zich vandaag inzet voor het behoud van buitenplaats Berbice, begrijpt dat dit idee niet passend is en eerder afbreuk doet, dan eer bewijst aan deze markante vrouw.

Mw. van der Maaten vervolgt: “In elk geval wordt zij hiermee onsterfelijk voor de vele duizenden automobilisten die door de tunnel gaan rijden (ik denk ook aan toekomstige ‘filepraatjes’ waarbij haar naam zal worden genoemd!).”  Ze zegt te begrijpen “dat sommigen misschien denken dat mejuffrouw Begeer dit niet zou hebben gewild” maar vraagt zich af “hoe kunnen wij dit weten?” zonder naar een antwoord te zoeken.

Op persoonlijke titel wil ik dit antwoord graag geven. Mej. Begeer zou het voorstel van Mw. van der Maaten als kwetsend hebben ervaren en afgewezen. Zij zou absoluut niet gewild hebben dat haar naam of die van Berbice zou worden verbonden aan de desastreuze Rijksweg 11-West. Zij heeft zich met hand en tand tegen deze snelweg verzet. Ook de Stichting tot Behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen onderschrijft de plannen niet voor wat nu de Rijnlandroute heet. De Stichting heeft het voorstel tot vernoeming in maart 2014 niet gesteund, en ook de Vereniging tot Behoud van Oud, Groen en Leefbaar Voorschoten heeft destijds dit idee duidelijk afgewezen. Mej. Begeer zou vandaag wijzen op de ellende die de noord-zuidlijn in Amsterdam voor monumenten teweeg heeft gebracht, en haar bezorgdheid uitspreken over die tunnelplannen en de mogelijke gevolgen voor het hoofdhuis.

Het voorstel tot vernoeming is ongetwijfeld goed bedoeld en uit de ingezonden brief aan Voorschoten online spreekt dan ook oprechte bewondering voor Mej. Begeer en de rol die zij voor het Voorschotense erfgoed heeft gespeeld. Maar “de historie” kan geen “recht worden gedaan” door haar naam te verbinden aan iets dat ze nooit gewild heeft. Die naamgeving is niet passend voor haar persoon en haar nalatenschap.

In haar denken over erfgoed en beheer was zij haar tijd ver vooruit. Volgens de richtlijnen die zij heeft aangegeven wordt met inzet van bestuur en vrijwilligers haar toekomstvisie gerealiseerd op de buitenplaats. Bezoekers van deze website lezen mee met de ontwikkelingen. Op Open Dagen en met ontvangsten en rondleidingen zien velen hoe de erfenis van een bijzondere vrouw hier leeft en bloeit. Het is juist deze levende en bloeiende erfenis van buitenplaats Berbice die haar eer bewijst.

Als ik Mej. Begeer het laatste woord laat in deze kwestie, zou ze hoogst waarschijnlijk schrijven: “Lees wat ik in het verleden heb opgeschreven, zie wat er nu tot stand komt, maar spreek niet voor mij zonder kennis. Géén koffiedik kijken s.v.p.”

Marjoleine Kooper-Huigen

(Sinds 2009 als vrijwilligster betrokken bij buitenplaats Berbice, sinds 2011 lid Werkgroep Historisch Berbice & co-auteur van het boek Begeerlijk Berbice (2014). Heeft naast uitgebreid literatuuronderzoek gesproken met velen die Mej. Begeer persoonlijk gekend hebben.)

Ingezonden brief aan Voorschoten online van 29 december 2016:
http://www.voorschotenonline.nu/87-ingezonden/3724-berbicetunnel-of-mejuffrouw-begeertunnel

Meer artikelen